bij het altaar
De piscina bij het
altaar
is een
nis
met onderin een afvoer,
die leidt naar een spuwertje aan de buitenzijde van de muur. In de nis hoort een
lavaboketeltje
te hangen; de piscina wordt ook wel 'lavabo' genoemd.
De piscina is bedoeld voor de priester, die hier na de
eucharistie
zijn handen kan wassen.
Omdat er eventueel kleine deeltjes van de geconsacreerde en dus
heilige
hostie
aan zijn handen zouden kunnen kleven, wordt het
waswater afgevoerd worden naar het
'
heilig putje'
in de gewijde grond van het
kerkhof.
Het ritueel is vooral bedoeld om de status van de hostie te benadrukken.
In de late middeleeuwen hielpen vele verhalen over wonderen met een
geconsacreerde hostie om hiervoor meer eerbied op te wekken.
Daarmee past de piscina bij de ontwikkeling die de
sacramentsnis
doormaakt.
Omdat de piscina om dezelfde reden ook gebruikt
wordt voor het afwassen van het
liturgische vaatwerk
(zoals de
kelk),
is ook in de
sacristie
regelmatig een piscina aan te treffen.
Het begrip 'piscina' is veel ruimer: het
doopbekken in het baptisterium,
waarin de vroege christenen ondergedompeld werden, heet ook piscina.
Het Franse woord 'piscine' voor 'zwembad' gaat op dezelfde latijnse term terug.
Tekst: Jean Penders (09-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders